Alle slangen hebben een gespleten tong zodat ze kunnen bepalen van welke kant een bepaalde geur komt. Slangen ruiken namelijk niet door hun neusgaten. De beide punten van hun tong laten aan de hand van opgevangen geurdeeltje weten of ze links- of rechtsaf moeten gaan voor bijvoorbeeld een prooi. Hagedissen hebben meestal een gewone tong, met uitzondering van varanen en wat verwante soorten.